Na wat heen en weer geloop, hebben wij toch maar een plattegrond erbij gepakt en na wat vraagwerk zijn wij tot de conclusie gekomen dat merken als Subaru en Toyota in een ander gebouw zitten. Niet zomaar een gebouw aan de overkant, maar serieus een wandeling van 15 a 20 minuten. Lekker duidelijk.

Maar bij aankomst bij het tweede gedeelte van de Tokyo Motor Show zijn wij de ellenlange zoektocht en wandeling spontaan vergeten. Vrolijke deuntjes en een grote stand van Tomica bezorgen voor veel blije gezichten. Het is net Disneyland! Een heuse stad is gebouwd waarbij de Tomica speelgoedauto’s de stad levendig maken. Er is ook een lied over Tomica! Jong en oud vermaken zich prima op de stand van Tomica.

Na afscheid genomen te hebben van de Tomica stand. Zien wij diverse kleinere standjes. Alleen kinderen zijn welkom om naar binnen te gaan. Alle Japanse merken hebben workshops georganiseerd voor kinderen. Bij Daihatsu leren de kinderen onderdelen als de voorbumper te demonteren en te monteren. Dat wordt een heuse Daihatsu Copen voor gebruikt.

Andere merken laten de kinderen een auto ontwerpen en kennis maken met andere facetten in de autoindustrie. Bij Subaru gebruiken ze zelfs de raceauto van Carlo van Dam om de kinderen de wielen te laten verwisselen! Kijk, dat is pas opvoeding. Geweldig om te zien hoe de Japanse autoindustrie de volgende generatie autogekken warm maakt om in de automotive te gaan werken.

Oja, op weg van naar het tweede gedeelte van de Tokyo Motor Show stonden na een tijdje ook wat auto’s die zeer zeker de moeite waard zijn om te bekijken. Maar die worden toch weggevaagd door Tomica en de activiteiten met de kinderen. Dit is Japan, dit is de Tokyo Motor Show. Geweldig!