Al vele decennia is de 911 een begrip in sportautoland. Iedereen kent de 911. Sommige kennen het in de vorm van het Amerikaanse alarmnummer en de meeste kennen 911 als een sportauto van het merk Porsche. De 911 is enorm geëvolueerd. Het begon in 1964 als een 130 pk sterke sportauto en tegenwoordig is er zelfs 580 pk sterke 911 te bestellen bij de plaatselijk Porsche dealer. De bekende 911 ingrediënten: Brede heupen, boxer motoren, al dan niet geholpen door een turbo, achterwielaandrijving of vierwielaandrijving, rolkooien, contactgat aan de linkerkant, exterieur dat door de jaren heen nauwelijks is veranderd en een duidelijke 911 DNA met een stamboom die ook de Volkswagen Kever laat zien als verre voorouder. En dat laatste is ook een enorme manco voor de 911 van Porsche. Om zijn afkomst niet te verloochenen hebben ze al die jaren niks aan de plaatsing van de motor gedaan.

De Porsche Cayman heeft als auto zonder voorouders dat probleem niet. Daarom is de Cayman met zijn middenmotor de beste rijdende Porsche. Door het lage en centrale middenpunt van de boxermotor in het midden, hebben de knappe koppen van Porsche met de Cayman een auto gecreëerd waarbij de bestuurder het middenpunt is.

De 911 heeft de motor achter de achteras, waardoor de gewichtsverdeling, balans en wegligging minder is vergeleken met auto’s met middenmotor. Op 1 of ander manier krijgen ze het bij Porsche toch voor elkaar om van de 911 een razendsnelle auto te maken die veel races winnen. Dat is een zeer knappe prestatie van onze Oosterburen. En toch moet ik bij een Porsche 911 toch altijd gniffelend aan onderstaande foto denken.