Pook in zijn D en de auto rolt van zijn plek. Bijna geruisloos maakt de auto zijn meters richting de snelweg. Op de snelweg aangekomen vertellen de matrixborden mij dat gas geven toch geen zin heeft. Alvast voorsorteren voor de linker tunnelbuis en ik hoor relaxte deuntjes mijn oren binnenvloeien. Kijkend in mijn binnen en rechter buitenspiegel zie een vrachtwagenchauffeur ook willen voorsorteren. De witte BMW geeft hem geen ruimte en blijft stug naast hem rijden. Dus ik lift mijn gaspedaal waardoor er voor mij ruimte ontstaat voor de vrachtwagenchauffeur. Gelukkig begrijpt de chauffeur mijn hint en dankbaar maakt hij gebruik van de ontstane ruimte. Bij het voorbij gaan krijg ik een vriendelijk duimpje.

Waarom zijn mensen toch zo gehaast en egoïstisch? De vrachtwagenchauffeur doet gewoon zijn werk en zorgt ervoor dat jij, je ouders, je buren en Petra de gewenste goederen kunnen kopen. Even ruimte geven is toch niet zo lastig? Je komt hooguit een minuut later thuis als je daarna misschien het groene verkeerslicht mist. Helemaal in de Zen-modus gaat de cruise control aan en tuf ik op de rechterbaan naar huis.

Na twee weken met de Mazda CX5 met automaat naar werk gereden te hebben, begin ik de auto erg te waarderen. Ik mijmer even verder. Een Honda Accord 2.4 uit 2011? Type-S en wit. En wellicht automaat? Is dat de ware Kong? Ben ik een rustige cruiser? Of ben ik iemand die voor de 8800 tpm gaat? Wie ben ik?

Tijdens het parkeren kom ik op het antwoord. Ik ben VTEC!