Duizenden artikelen en miljoenen woorden zijn al geschreven en gesproken over de stevige vrijage tussen het Duitse BMW en het Japanse Toyota. Het is heel simpel, je lust currywurst wel of niet. Hetzelfde geldt voor sushi. Er is geen tussenweg tussen het wel of niet lusten van sushi en currywurst. Zo is het ook met de BMW Z4 en Japanse neef Toyota Supra. Je vindt het lekker of je verafschuwt de modellen.

Nichémodellen als de Z4 en Supra zijn verschrikkelijk duur om te ontwikkelen gezien de relatief lage oplages. De kosten delen is een slimme oplossing die je steeds vaker zal terugzien. Dit hebben wij eerder gezien bij de briljante en bloedmooie Toyota GT86/Subaru BRZ. Dat er een Subaru motor in het vooronder de Toyota GT86 ligt, wordt door de fans gemakkelijker geaccepteerd vanwege zijn Japanse afkomst.

Toyota heeft voor de nieuwe Supra altijd stoer zijn zonnebril opgezet en met een rauwe stem beweert dat er een 6 in lijn in de Supra hoort. De zes in lijn heeft Toyota al een tijdje geleden vaarwel gezegd en de V6’en mogen auto’s als de Mark X GRMN verblijden. Een nieuwe zes in lijn ontwikkelen is zoals eerder vermeld een kostbare zaak. In de jaren 90 heeft Toyota een breed assortiment van auto’s die de befaamde 2JZ-GTE en afgeleiden van de legendarische motor. De kosten smeert Toyota in de machtige jaren 90 uit over modellen als de Altezza, Crown, Chaser, Cresta, Soarer, Origin, Aristo, Verossa, Brevis, Mark II, Mark II Blit en uiteraard de Supra. Anno 2020 is het ondenkbaar dat Toyota zoveel benzineslurpende driftmachines produceert.

Toyota presenteert dus vol trots de Supra als hun paradepaardje met 6 in lijn. Weliswaar uit het magazijn van BMW, maar zodanig aangepast aan de kwaliteitseisen van Toyota. De nieuwe Supra zal nooit van zijn BMW sfeertje af komen. En al helemaal niet door zijn minimale vermogenswinst ten opzichten van zijn voorganger. 10 pk extra in een kwart eeuw tijd is onacceptabel voor veel Supra-fans. En het kan erger…. Toyota biedt de nieuwe A90 Supra ook aan met een 2.0 viercilinder van BMW.

Viercilinder, je leest het goed. Vier. Dat is 1, 2, 3 en 4. Twee minder dan zes. De Supra moet dus helemaal geen zescilinder zijn. Ook Nederland gaat kennis maken met de 2 liter viercilinder Supra. Gelukkig komt de 197 pk sterke 2.0 SZ niet naar Europa, want dan zou zijn kleine broertje GT86 nog krachtiger zijn dan Toyota’s sportieve vlaggenschip. Dat zou een schande zijn… De 258 pk sterke viercilinder lanceert de Supra in 5,2 seconden naar de honderd dankzij de 8-traps ZF automaat. 70 kilogram weet Toyota van de viercilinder Supra SZ-R af te schrapen ten opzichte van de zescilinder Supra RZ. De honderd kilogram waar de Hollandse pers het over heeft, betreft de SZ met 197 pk.

In Japan kost de Supra RZ met zescilinder circa 7 miljoen yen, in euro’s kan je 57.128 keer een euroknaller halen bij de MacDonalds. De SZ-R met 258 pk die naar Europa komt, is 1 miljoen yen goedkoper. Dus omgerekend is dat €48.967 exclusief de Hollandse belastingen. Aangezien je er best zuinig mee kan rijden, 1 op 15,3 is mogelijk, zal de BPM enigszins meevallen voor zo’n pretbak. Een lager gewicht, een lager verbruik en de perfecte 50/50 gewichtsverhouding, klinkt ideaal nietwaar. Maar een Supra hoort toch een zescilinder te hebben?! –